Gemaakt van baksteen, met een enkel schip en zonder toren: de vroeggotische kerk is door de eeuwen heen vele malen verbouwd. In 2018 werden uitgebreide renovaties uitgevoerd aan de gewelven, muren en ramen in het interieur.
De Mariakerk in Neustadt-Glewe dateert uit de 14e eeuw en behoort dus tot de vroeggotische periode. In 1728 werd ze niet gespaard door de grote stadsbrand in Neustadt. Het torenloze, eenbeukige bakstenen gebouw brandde tot op de fundamenten af en werd daarna volledig herbouwd. In een vakwerk aanbouw hangt sinds de 18e eeuw de kerkklok.
Binnen valt een houten preekstoel op die oorspronkelijk in 1587 door de Lübeckse beeldhouwer Tönnies Evers de Jonge werd gemaakt voor de Mariakerk in Wismar. Met zijn rondboognissen waarop Jezus en vijf apostelen zijn afgebeeld, siert hij sinds 1746 de kerk in Neustadt. Friedrich Albert Mehmel bouwde het orgel in 1873, dat in 1996 voor het eerst uitgebreid werd gerestaureerd. In de 19e eeuw verving een barok houten altaar het gotische altaar, dat oorspronkelijk tussen 1420 en 1435 was gemaakt voor de St Jacobskerk in Lübeck en later naar Neustadt kwam. Sinds 1841 maakt het gotische altaarstuk deel uit van de middeleeuwse collectie van het Staatsmuseum in Slot Schwerin.
Na een uitgebreide renovatie van het interieur in 2018 straalt de kerk nu in nieuwe pracht en praal. De orgelpijpen werden ook opnieuw gestemd en een nieuw verlichtingsconcept zorgt voor aangenaam licht en zet het orgel in het middelpunt.