Als je door het centrum van Wittenburg wandelt en vanaf het stadhuis richting de stadsmuren gaat, kom je in de smalle steegjes van de oude stad ook langs de Hungentoren. Deze maakte deel uit van de oude stadsmuur en diende in de middeleeuwen als gevangenistoren.
In 1282 was Wittenburg de hoofdstad van een onafhankelijk graafschap dat zich uitstrekte van de Elbe bij Boizenburg tot voorbij Crivitz. Het graafschap Wittenburg duurde ongeveer 70 jaar, waarin de verdediging van de stad een belangrijke rol speelde. In deze periode kreeg Wittenburg een imposante stadsmuur met vestingtorens en stadspoorten voor verdedigingsdoeleinden. Overblijfselen van de oude vestingwerken getuigen nog steeds van de kracht van deze bouwwerken. Terwijl de Wittenburger Molenpoort in 1850 werd afgebroken en de Stenen Poort in 1869, bleef de Hungentoren behouden. Veroordeelde criminelen werden rond de late middeleeuwen in deze toren opgesloten en kregen alleen brood en water. Veel gevangenen stierven na enkele maanden als gevolg van uitputting en een zwak immuunsysteem door een gebrek aan voedingsstoffen en licht.