In zijn huidige vorm is de kerk van Carlow een neogotisch bakstenen gebouw met geribde gewelven, een dwarsschip en een toren die van ver zichtbaar is in het westen.
Het koor van de kerk dateert uit ongeveer 1260 en werd gebouwd als een granieten essenhouten structuur tijdens de overgang van Romaans naar vroeggotisch. Het gewelf van het koor is gebouwd als een koepel. De sluitsteen hangt naar beneden. Deze steen is uniek voor dit gebied. Het koor van de oude kerk werd later opgenomen in het nieuwe gebouw. In 1884 werd het bijbehorende schip afgebroken. Het koor moest worden opgenomen in het nieuwe gebouw. Het nieuwe gebouw is een neogotische bakstenen constructie met één schip in de vorm van een kruis. Het orgel (2 klavieren, pedaal, 14 registers) werd in 1888 gebouwd door de Schweriner hoforgelbouwer Friedrich Friese.